{ * Google recaptcha v3 *} { * devMode *}
In Nederland bestaat sinds 1 juli 2016 de Wet huis voor klokkenluiders (HvK). Op basis van deze wet zijn werkgevers met tenminste 50 werknemers verplicht een interne regeling te hebben voor het doen van meldingen van vermoedens van misstanden binnen de organisatie waar ze werkzaam zijn. Om de bescherming van klokkenluiders te verbeteren en omdat de bescherming van klokkenluiders binnen de EU-lidstaten sterk uiteenloopt, is op 23 oktober 2019 de Europese richtlijn inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden, geïntroduceerd. Voor de implementatie van de Richtlijn in de Nederlandse wet is op 1 juni 2021 bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend, met welk wetsvoorstel de Eerste Kamer op 24 januari jl. heeft ingestemd. Deze wet treedt naar verwachting op korte termijn in werking en vervangt de Wet HvK.
De richtlijn had al directe werking voor werkgevers in het publieke domein, waaronder onderwijsinstellingen. Zowel de PO- als de VO-raad kent een model klokkenluidersregeling. Er is een Commissie melden van een misstand of inbreuk op het Unierecht, ondergebracht bij Stichting Onderwijsgeschillen te Utrecht. Deze commissie is alleen bevoegd om meldingen van leerlingen of hun wettelijk vertegenwoordigers te behandelen als het bevoegd gezag deze voorbeeldregeling van de PO dan wel de VO-raad heeft overgenomen. Zowel de Code Goed Bestuur van de PO- en de VO-raad schrijven het hebben van een klokkenluidersregeling voor als lidmaatschapsvereiste.
Medewerkers van een onderwijsinstelling kunnen vermoedens van misstanden melden bij het Huis voor Klokkenluiders. Hoewel de voorbeeld klokkenluidersregeling veel van de voorgestane wijzigingen al heeft verwerkt (omdat deze uit de Europese richtlijn volgen) zijn er aanvullende eisen aan de interne procedure die van belang zijn voor onderwijsinstellingen.
Belangrijke wijzigingen
De Wbk leidt tot verschillende belangrijke wijzigingen ten opzichte van de Wet HvK die de positie van de klokkenluider versterken. De grootste wijzigingen van de Wbk hebben wij hieronder op een rij gezet:
Aanvullende eisen aan de interne procedure
Met de inwerkingtreding van de Wbk wordt aan deze interne procedure verschillende aanvullende eisen gesteld. Zo moet uit de interne meldingsregeling duidelijk blijken dat in ieder geval op drie manieren kan worden gemeld: te weten: schriftelijk, mondeling via de telefoon en een gesprek op locatie. Verder moet duidelijk blijken uit de interne meldingsregeling hoe het vermoeden van een misstand anoniem kan worden gemeld. Ook gelden er bepaalde termijnen voor de interne meldingsprocedure. Zodra een melding is ontvangen dient de werkgever deze melding te registreren. De gegevens van de melding in het register moeten worden vernietigd als zij niet langer noodzakelijk zijn.
Definitie misstand is uitgebreid
Onder de Wet HvK kan een vermoeden van een misstand worden gemeld wanneer – kort gezegd – dit vermoeden gebaseerd is op redelijke gronden en het maatschappelijk belang in het geding is. Aan de definitie ‘misstand’ is onder de Wbk een schending of een dreiging voor schending van Unierecht toegevoegd. Ook is een schending of dreiging voor schending van interne regels die een verplichting inhouden en die op grond van een wettelijk voorschrift door de werkgever zijn vastgesteld onder de Wbk een ‘misstand’. Verder is in de Wbk een verduidelijking opgenomen van het begrip ‘maatschappelijk belang’.
Niet eerst intern melden
Op basis van de Wet HvK diende een werknemer in beginsel eerst een interne melding te doen voordat er extern mocht worden gemeld. Deze eis vervalt, wat betekent dat melders nu direct bij een extern meldingskanaal mogen melden, als de Autoriteit Persoonsgegevens, Huis voor Klokkenluiders en de Inspectie gezondheidszorg en jeugd. Het is daarom extra belangrijk om de interne meldingsregeling goed op orde te hebben, om ervoor te zorgen dat de werknemers in eerste instantie intern melden.
Eisen voor externe meldkanalen
Aan voornoemde externe meldingskanalen worden aanvullende eisen gesteld op basis van de Wbk. Zo moeten zij een meldkanaal inrichten en personeel aanwijzen die de melding ontvangt en in behandeling neemt.
Uitbreiding beschermingsmaatregelen tegen benadeling
Indien een melder een melding heeft gedaan in overeenstemming met de Wbk, dan geldt dat deze melder niet benadeeld mag worden (het zogeheten benadelingsverbod). In de Wbk is een lijst met niet limitatieve voorbeelden opgenomen van ‘benadeling’. Denk bijvoorbeeld aan ontslag, negatieve beoordeling, pesterijen of discriminatie. Nieuw is verder dat een melder ingeval van een melding of openbaarmaking van een vermoeden van een misstand niet aansprakelijk is voor een inbreuk op enige beperking van de openbaarmaking van informatie (bijvoorbeeld een geheimhoudingsbeding), mits de melder redelijke gronden heeft dat de melding of openbaarmaking van de informatie noodzakelijk is voor de onthulling van de misstand en de melding of openbaarmaking in overeenstemming is gedaan met de Wbk.
Derde (niet werknemer) mag ook intern melden
In de Wbk is verduidelijkt dat de interne meldingsprocedure kan worden opengesteld voor personen die geen werknemer zijn, maar in een andere hoedanigheid werk verrichten of hebben verricht. Deze derden dienen, evenals de reguliere werknemers, te worden geïnformeerd over de wijze waarop een vermoeden van een misstand buiten de organisatie kan worden gemeld en welke rechtsbescherming zij hebben bij het melden van een vermoeden van een misstand.
Sancties
Indien een werkgever geen interne meldingsregeling instelt, terwijl zij daartoe wel verplicht is, dan kan iedere belanghebbende werknemer de rechter verzoeken te bepalen dat de werkgever alsnog een interne meldingsregeling vaststelt. Verder volgt uit de Wbk dat de afdeling onderzoek van het Huis van Klokkenluiders bevoegd is tot het opleggen van een last onder bestuursdwang ter handhaving of een bestuurlijke boete, wanneer er bijvoorbeeld geen interne meldingsregeling wordt ingesteld, niet aan bepaalde informatieverplichtingen is voldaan of wanneer een melder wordt benadeeld.
Rol medezeggenschap
Op basis van artikel 27 lid 1 sub m van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) heeft de ondernemingsraad instemmingsrecht voor wat betreft het wijzigen, vaststellen of intrekken van een klokkenluidersregeling. Nieuw is dat ook de WOR wordt aangepast, zodat voor de personeelsvertegenwoordiging een instemmingsrecht geldt voor het vaststellen van een interne meldingsprocedure. Een soortgelijke bepaling staat niet in de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) en het is onduidelijk of de MR of de PMR deze bevoegdheid ook heeft.
Indien u vragen heeft over de nieuwe wet en/of de praktische uitvoering daarvan, helpen wij uiteraard graag. Datzelfde geldt voor assistentie bij het aanpassen van uw interne meldingsregeling.