{ * Google recaptcha v3 *} { * devMode *}

Procederen over onderwijshuisvesting: time is of the essence

De jurisprudentie over huisvesting van scholen is betrekkelijk schaars omdat geschillen over onderwijshuisvesting vaak in bestuurlijk overleg met de gemeente worden opgelost. Als er dan toch over dit onderwerp wordt geprocedeerd, dan is het altijd interessant om te bekijken wat we van zo’n uitspraak kunnen leren.

De jurisprudentie over huisvesting van scholen is betrekkelijk schaars omdat geschillen over onderwijshuisvesting vaak in bestuurlijk overleg met de gemeente worden opgelost. Als er dan toch over dit onderwerp wordt geprocedeerd, dan is het altijd interessant om te bekijken wat we van zo’n uitspraak kunnen leren.

Uit een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 22 februari 2024 (link) blijkt dat het verstandig is om de strategie bij het procederen over huisvestingsvoorzieningen vooraf zorgvuldig te bepalen, vooral met het oog op de in acht te nemen timing. Soms is het nodig om stevig door te pakken om te voorkomen dat een schoolbestuur met lege handen achterblijft.

Kort gezegd ging het om het volgende. Stip, een schoolbestuur uit Hilversum, heeft in 2022 een huisvestingsvoorziening aangevraagd voor één van haar basisscholen. De gevraagde voorziening bestond uit vervangende nieuwbouw van het schoolgebouw en de gymzaal. Deze aanvraag is door het college van B&W op 20 december 2022 afgewezen, gelijktijdig met het programma van huisvestingsvoorzieningen voor het kalenderjaar 2023.     Van dit programma maakte de door Stip aangevraagde nieuwbouw dus geen onderdeel uit. Stip heeft daartegen bezwaar gemaakt.

Bij beslissing van 28 november 2023 heeft het college van B&W het bezwaar van Stip ongegrond verklaard. Daarop heeft Stip beroep ingesteld bij de rechtbank, waarbij Stip de rechtbank ook heeft verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Stip was namelijk van mening dat er, gelet op de bouwkundige staat van het schoolgebouw, niet langer kon worden gewacht met het realiseren van de nieuwbouw.

Het verzoek van Stip om een voorlopige voorziening werd echter door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard. Dat had te maken met het feit dat het kalenderjaar 2023 intussen al was afgelopen. Nu de zaak betrekking had op het programma van huisvestingsvoorzieningen van 2023, stelde de rechtbank vast dat Stip haar doel niet meer kon bereiken. Het is immers niet mogelijk om een huisvestingsvoorziening alsnog op te nemen in een programma van huisvestingsvoorzieningen voor een kalenderjaar dat al is geëindigd.  

Bij een voorlopige voorziening is zogenoemde ‘connexiteit’ nodig: er kan alleen een voorlopige voorziening worden getroffen die verband houdt met de inhoud van het besluit in de hoofdzaak en met de rechtsgevolgen die kunnen worden bereikt met het beroep daartegen (art. 8:81 lid 1 Awb). Nu in de hoofdzaak niet meer kan worden bereikt dat de nieuwbouw alsnog op het programma van huisvestingsvoorzieningen wordt opgenomen, kwam de voorzieningenrechter ook niet aan die beoordeling toe.

De rechtbank overwoog nog wel dat er een ander rechtsmiddel openstaat voor Stip om haar doel te bereiken,  namelijk het doen van een spoedaanvraag in de zin van artikel 98 van de Wet op het primair onderwijs (Wpo). In theorie is dat inderdaad een mogelijkheid, maar een dergelijke spoedaanvraag is met name bedoeld voor calamiteiten. Een vereiste is dat de gevraagde huisvestingsvoorziening op korte termijn noodzakelijk moet zijn; de toekenning daarvan moet niet kunnen wachten totdat het nieuwe (jaarlijkse) programma van huisvestingsvoorzieningen wordt vastgesteld. Gelet op deze strenge vereisten, is de kans dat Stip op deze manier zal bereiken dat er spoedig vervangende nieuwbouw plaatsvindt vooralsnog niet groot.

Hoe valt zoiets nu te voorkomen?

In ieder geval valt uit deze uitspraak een duidelijke les te trekken: time is of the essence. Wanneer een schoolbestuur wil opkomen tegen een (gehele of gedeeltelijke) afwijzing van een aanvraag voor een huisvestingsvoorziening, kan het belangrijk zijn om voortvarend te handelen. Het afwachten van de uitkomst van de bezwaarprocedure, zonder dat ook snel een voorlopige voorziening wordt gevraagd, kan er uiteindelijk voor zorgen dat een schoolbestuur voorlopig met lege handen achterblijft.

Uiteraard zijn wij u graag van dienst bij al uw juridische vragen over het huisvesten van scholen.

De Rechtspraak: https://rb.gy/pspk2j