{ * Google recaptcha v3 *} { * devMode *}

Nederlandse Bisschoppenconferentie buitenspel gezet

Dit governance geschil is interessant voor het primair en voortgezet onderwijs en toont aan dat statuten niet allesbepalend zijn.

De feiten

De Stichting Katholieke Universiteit gevestigd te Nijmegen (SKU) houdt de Universiteit van Nijmegen (Universiteit) en het Universitair Medisch Centrum (UMC) in stand. De Universiteit wordt bestuurd door het College van Bestuur en het UMC door de Raad van Bestuur. Zowel de leden van het College van Bestuur als de leden van de Raad van Bestuur worden benoemd door het bestuur van SKU. In het kader van governance functioneert het bestuur van SKU als de Raad van Toezicht van de Universiteit en het UMC.

De leden van het bestuur van SKU worden op hun beurt benoemd door de Nederlandse Bisschoppenconferentie. De Bisschoppenconferentie is een overlegorgaan van de Nederlandse (hulp)bisschoppen. Artikel 6 lid 3 van de Statuten bepaalt dat de leden van het stichtingsbestuur worden benoemd en ontslagen door de Bisschoppenconferentie.

Voor deze governance kwestie is naast de Code Goed Bestuur universiteiten en de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek ook van belang de kerkelijke regelgeving. Zo houdt de Codex Iuris Canonici in dat een universiteit de titel of naam katholieke universiteit alleen mag voeren met toestemming van het bevoegd kerkelijk gezag en dat de Bisschoppenconferentie de plicht en het recht heeft erop toe te zien dat aan katholieke universiteiten de beginselen van de katholieke leer trouw in acht genomen worden. Van belang hierbij is dat op 15 augustus 1990 Johannes Paulus II de apostolische constitutie over de katholieke universiteiten middels de Ex Corde Ecclesiae (ECE) heeft aangescherpt. Naar aanleiding hiervan heeft de Bisschoppenconferentie in 2009 toepassingsnormen opgesteld, waarin onder andere is geregeld dat een meerderheid van het College van Bestuur van de universiteit bestaat uit rooms-katholieken die betrokken zijn bij de rooms-katholieke kerk en die zich inzetten voor de praktische implicaties van de katholieke identiteit van de universiteit.


Het governance geschil

In verband met het eindigen van de benoemingstermijn van de bestuurder met de portefeuille Onderwijs & Onderzoek heeft het bestuur van SKU op 4 juli 2014 een kandidaat voorgedragen voor benoeming aan de Bisschoppenconferentie. De Bisschoppenconferentie concludeert op 4 februari 2015 dat het een voordracht betreft van een persoon met een indrukwekkend curriculum vitae, maar dat geconstateerd is dat zij niet kerkelijk gehuwd is en daardoor wordt afgewezen. Vervolgens wordt op 30 augustus 2016 een tweede kandidaat voorgedragen voor de Bisschoppenconferentie. Ten aanzien van deze kandidaat oordeelt de Bisschoppenconferentie uiteindelijk op 18 mei 2017 dat deze kandidaat zichzelf niet als gelovige kwalificeert en dat zij qua katholiciteit niet zo veel meebrengt. Een dag later wordt de afgewezen kandidaat als adviseur van het bestuur van de SKU benoemd.

In de maanden die hieraan vooraf gaan hebben SKU en Bisschoppenconferentie veelvuldig met elkaar overlegd om uit de governance impasse te komen waarbij met name de functie van bestuurslid Onderwijs & Onderzoek al jaren niet is ingevuld.  Tijdens deze overleggen stelt het bestuur van SKU voor de statuten te wijzigen met een nieuwe benoemingsprocedure. Daarin kan geregeld worden dat één lid van het stichtingsbestuur volledig voldoet aan de kerkelijke criteria en benoemd wordt in overleg met de Bisschoppenconferentie en overige zes bestuursleden na overleg met de Bisschoppenconferentie. Hierover wordt echter geen overeenstemming bereikt. Partijen komen wel overeen een commissie van goede diensten te benoemen, die een aantal aanbevelingen zal doen. Over deze aanbevelingen wordt overeenstemming bereikt en het lukt ook in 2018 een tweetal bestuursleden met instemming van de Bisschoppenconferentie te benoemen. Helaas gaat het echter op het terrein van governance in 2019 weer mis. Vier nieuwe kandidaten worden allemaal afgewezen door de Bisschoppenconferentie met onder meer als reden het niet gelovig zijn en onvoldoende katholiek zijn.

SKU komt vervolgens tot de conclusie dat in het kader van governance de situatie door de opstelling van de Bisschoppenconferentie onhoudbaar is geworden. Niet alleen is het bestuur onderbezet, maar is het ook niet mogelijk noodzakelijke herstructureringen door te voeren. Het bestuur verzoekt de Ondernemingskamer dan ook een onderzoek in te stellen en maatregelen te nemen die herstructurering mogelijk maken en de benoemingsbevoegdheid van de Bisschoppenconferentie in te perken.


Oordeel Ondernemingskamer

De Ondernemingskamer overweegt dat de Bisschoppenconferentie statutair de bevoegdheid toekomt om de leden van het bestuur van SKU te benoemen en te ontslaan. Het bestuur van SKU heeft het recht bestuursleden voor te dragen, maar de Bisschoppenconferentie is hier niet aan gebonden. Dat betekent dat de Bisschoppenconferentie ervoor verantwoordelijk is, dat het bestuur van SKU adequaat is samengesteld in het kader van governance, met het oog op de functie van SKU als toezichthoudend orgaan voor de Universiteit en het UMC. De Bisschoppenconferentie is, aldus de Ondernemingskamer daarmee te beschouwen als een orgaan van SKU en dient zich als zodanig te richten naar het belang van SKU en de door haar in stand te houden ondernemingen.

De Universiteit en het UMC zijn, aldus de Ondernemingskamer, omvangrijke en complexe organisaties die beiden een cruciale maatschappelijke rol vervullen en in belangrijke mate worden gefinancierd door de overheid en uit andere collectieve middelen. Vervolgens overweegt de Ondernemingskamer dat een adequaat samengesteld orgaan dat toezicht houdt op het College van Bestuur en de Raad van Bestuur daarmee niet zozeer een particuliere aangelegenheid is als wel een zaak van publiek belang. Daarmee is het beginsel van inrichtingsvrijheid (statuten) daarom niet leidend. Indien bij de samenstelling van het bestuur van SKU hedendaagse voorschriften en opvattingen over good governance niet in acht worden genomen, wordt niet alleen het belang van SKU en door haar in stand te houden ondernemingen geschaad, maar ook het maatschappelijk belang, dat is gediend bij de goede vervulling van hun taken.

Het standpunt van de Bisschoppenconferentie, dat zij een herbenoemingsprocedure kan uitoefenen ten dienste van haar eigen belang, dat van de rooms-katholieke kerk of louter ter bewaking op een vordering van haar opvattingen, de katholieke identiteit van SKU, de Universiteit en het UMC is onjuist, aldus de Ondernemingskamer. Daarmee vat de Bisschoppenconferentie de vereiste mate van katholiciteit van de door SKU voorgedragen kandidaten te beperkt op. Vanaf juli 2014 doen zich gegronde problemen voor door de discussies over de benoeming en dit is een gegronde reden om aan de juiste gang van zaken te twijfelen.


De Ondernemingskamer oordeelt vervolgens dat de Bisschoppenconferentie haar bevoegdheid tot benoeming van bestuurders van SKU, gebruikt om een doel te bereiken dat niet bereikbaar is (gestalte geven aan een katholieke identiteit door de Universiteit en het UMC, op een wijze die overeenkomt met de ECE). Daarnaast schaadt de Bisschoppenconferentie het belang van SKU, de Universiteit en het UMC door een adequate samenstelling van het bestuur van SKU te blokkeren.

De Ondernemingskamer beveelt een governance onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van SKU over de periode van 1 januari 2014 tot heden en oordeelt dat het bestuur van SKU in afwijking van de statuten exclusief bevoegd is tot benoeming en ontslag van bestuurders van SKU en tot benoeming van de voorzitter.

Met dit governance arrest maakt de Ondernemingskader duidelijk dat organisatie die het algemeen belang dienen zoals onderwijsorganisaties, niet alleen geleid kunnen worden op basis van de vastgelegde statuten, maar ook bij governance vraagstukken rekening gehouden dient te worden met het algemeen belang dat deze organisaties moeten dienen. 

Gerechtshof Amsterdam d.d. 21 juli 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:2033.