{ * Google recaptcha v3 *} { * devMode *}
Met de inwerkingtreding van de Wet Versterking Bestuurskracht per 1 januari 2017 is artikel 28 van de Wet medezeggenschap op scholen gewijzigd. Indien een MR voorheen een deskundige wilde inhuren was men afhankelijk van een door het bevoegd gezag hiervoor te maken regeling. Vanaf 1 januari 2017 hoeft de MR hier niet meer op te wachten. Indien een deskundige wordt ingehuurd, dit vooraf gemeld wordt aan het bevoegd gezag en de inhuur noodzakelijk is, moeten deze kosten vergoed worden door het bevoegd gezag
Met de inwerkingtreding van de Wet Versterking Bestuurskracht per 1 januari 2017 is artikel 28 van de Wet medezeggenschap op scholen gewijzigd. Indien een MR voorheen een deskundige wilde inhuren was men afhankelijk van een door het bevoegd gezag hiervoor te maken regeling. Vanaf 1 januari 2017 hoeft de MR hier niet meer op te wachten. Indien een deskundige wordt ingehuurd, dit vooraf gemeld wordt aan het bevoegd gezag en de inhuur noodzakelijk is, moeten deze kosten vergoed worden door het bevoegd gezag.
Grote vraag is natuurlijk of de inhuur van deskundigen noodzakelijk is. Om discussies en onzekerheid hierover te voorkomen kunnen bevoegd gezag en medezeggenschap een faciliteitenregeling vaststellen waarin de afspraken vastliggen over het vergoeden van kosten voor deskundigen.
Op deze wijze krijgt de MR vooraf zekerheid of kosten vergoed worden en voorkomt het bevoegd gezag dat ze achteraf met hoge kosten wordt geconfronteerd waar ze geen vat op heeft.
Indien u verdere informatie wenst over genoemde wijziging of over de mogelijkheden van een faciliteitenregeling kunt u contact opnemen met de heer Herman Berendsen via berendsen@onderwijskantoor.nl dan wel 045 – 560 22 00.